Ik was bang voor de traditionele besnijdenis

Auteur: Audry Wajwakana
Verteller: Opa Rocklie
Plaats: Alliance

Ik ben besneden door dokter Tjon a Hung, die een poli had op plantage Constancia.

Het is traditie bij Javanen dat elke jongen vόόr hun pubertijd besneden wordt. Sunat heet dat in het Javaans. Ik was elf jaar toen mijn vader mij naar de poli bracht waar de voorhuid van mijn penis werd weggesneden. Door de verdoving voelde ik geen pijn. Maar heel vroeger werd de besnijdenis op een traditionele manier door een tyalak (besnijder) thuis bij de jongen gedaan. Er werd een slametan (ceremonieel ritueel feestmaaltijd) gehouden met gebeden en dat alles goed verloopt. Familie, vrienden en buurtbewoners kwamen helpen koken voor de slametan. Ook wordt er een speciaal versierde tent gemaakt voor de besneden jongen.

Op de dag van de besnijdenis moest de jongen rond vijf uur in de ochtend in een tobbe met koud water voor een half uur tot een uur plaatsnemen. Dat is om het onderlijf te verdoven. Daarna wordt hij eruit gehaald en een sarong om hem gedaan. Hij wordt op schoot van de besnijder geplaatst en de sarong wordt om zijn hoofd getrokken. Zo ziet hij niet wat er gebeurd. Er zijn ook omstanders die mee mogen kijken. Meestal zijn het de vader, ooms, broer of neven. Nog net voor de jongen ‘aahh’ schreeuwt, is het al gedaan. De besnijder breekt dan een ei en die wordt op de wond gelegd als verdoving. Dit alles heb ik zelf gezien en werd bang. Ik vroeg mijn vader als het mijn beurt was om het door een dokter te laten doen. Mijn vader die ook door een tyalak is besneden ging toen akkoord.

Bij de dokter kreeg ik een verdoving waardoor het geen pijn deed. Na de snee wordt een ring erom heen gedaan en als die ring eraf valt is dat het teken dat de wond is genezen. Tegenwoordig gaat het genezingsproces sneller. Vandaag ben je besneden morgen kan je al vrolijk rennen. De traditionele besnijdenis wordt niet meer gedaan.-.

Back To Top