Tilapia, de lekkerste vis

Auteur: Audry Wajwakana
Verteller: Tina Lachman
Plaats: Margaretha

Als we gaan vissen vertrekken we rond half zeven of zeven uur ’s morgens om de visnetten uit te zetten.

We moeten de boot eerst over de sleephelling van de achterdam trekken. De gaten van de visnetten hebben verschillende grootte. We zetten ze voor verschillende vissoorten uit op verschillende plaatsen. Na ongeveer zes uren halen we ze op. Het eerste wat ik na de vangst doe, is de vissoorten sorteren, tellen en ze in de diepvries zetten om ze daarna te verkopen. De vissoorten die ik vang zijn tilapia’s, krobia’s, walapa’s en trapoens.

Als er veel tilapia’s zijn gevangen worden die apart gezet om gezouten vis van te maken. De tilapia’s worden eerst opengesneden. De ingewanden verwijderd en de vis verder schoongewassen. Vervolgens zet ik ze in emmers met zoutwater om ze goed te laten intrekken. Na een dag of twee haal ik ze eruit en zet ze vervolgens op een zinken dak of tafel om in de zon verder te drogen.

De trapoen heeft in tegenstelling tot de tilapia veel vlees, maar het vlees is heel zacht. De trapoen is niet geschikt om als zoute vis verwerkt te worden. Als je de trapoen opensnijdt blijft het vlees niet intact. Daarom maken we er trapoen gehakt van. Als we het vlees eraf gehaald hebben doen we er wat zout bij en maken we pakketjes in plastiek zakken.

Ik vang het liefst tilapia vissen, omdat die het lekkerste zijn.

Back To Top